ECLI:NL:CRVB:2024:1808
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Intrekking hoger beroep en verzoek om proceskostenveroordeling in bestuursrechtelijke zaak
Op 18 september 2024 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 23/1265 CRTV. Het hoger beroep was ingesteld door de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) tegen een uitspraak van de rechtbank Overijssel van 13 maart 2023. Bij brief van 10 april 2024 heeft het Uwv het hoger beroep ingetrokken. De Vereniging, vertegenwoordigd door mr. J.W.E.M. Engels-Jansen, heeft vervolgens verzocht om het Uwv te veroordelen in de proceskosten die zij in hoger beroep heeft gemaakt. Het Uwv heeft gereageerd op dit verzoek en aangegeven dat de proceskosten al aan de Vereniging zijn vergoed.
De Raad heeft overwogen dat, volgens artikel 8:118 van de Algemene wet bestuursrecht, het bestuursorgaan op verzoek van een partij kan worden veroordeeld in de kosten bij intrekking van het hoger beroep. Het Uwv heeft de intrekking van het hoger beroep gerechtvaardigd door te verwijzen naar een herziene beslissing op bezwaar van 25 april 2024, waarin het bezwaar alsnog gegrond werd verklaard en de compensatie van de transitievergoeding werd verhoogd. De Raad heeft vastgesteld dat de proceskosten in hoger beroep al door het Uwv zijn vergoed en heeft daarom het verzoek van de Vereniging om een verdere proceskostenveroordeling afgewezen.
De uitspraak is gedaan door A.M. Rentema-Westerhof, met S.P.A. Elzer als griffier, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.