ECLI:NL:CRVB:2024:1840
Centrale Raad van Beroep
- Proceskostenveroordeling
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake proceskostenveroordeling na intrekking door appellant
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 18 september 2024 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant tegen de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). Appellant had hoger beroep ingesteld tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Overijssel van 26 juli 2023. Tijdens de procedure heeft het Uwv op 7 mei 2024 een gewijzigde beslissing op bezwaar genomen, waardoor appellant besloot het hoger beroep in te trekken. Appellant werd bijgestaan door zijn advocaat, mr. A.J.E. Riemslag, en het Uwv werd vertegenwoordigd door drs. H. ten Brinke.
De Raad heeft de zaak behandeld op een zitting van 7 augustus 2024, waar appellant het hoger beroep introk en verzocht om een proceskostenveroordeling. De Raad heeft vervolgens de kosten die appellant heeft gemaakt in verband met de behandeling van het beroep en het hoger beroep toegewezen aan het Uwv. De proceskosten werden begroot op een totaalbedrag van € 1.933,60, inclusief een vergoeding voor rechtsbijstand en reiskosten. Daarnaast werd het Uwv veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht dat appellant had betaald in zowel beroep als hoger beroep.
De uitspraak is gedaan door de enkelvoudige kamer van de Centrale Raad van Beroep en is openbaar uitgesproken. De beslissing is ondertekend door de rechter en de griffier.