Uitspraak
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- veroordeelt het Uwv in de kosten van appellant tot een bedrag van € 875,-;
- bepaalt dat het Uwv aan appellant het in hoger beroep betaalde griffierecht van € 136,-
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 17 oktober 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep onder zaaknummer 23/530 WIA. De appellant, vertegenwoordigd door mr. S. van der Eijk, heeft hoger beroep ingesteld tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland van 16 december 2022. Tijdens de procedure heeft het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) op 4 januari 2024 een nieuwe beslissing op bezwaar genomen, waarbij aan de appellant een IVA-uitkering is toegekend met terugwerkende kracht tot 3 november 2021. Hierdoor heeft de appellant het hoger beroep ingetrokken en verzocht om een proceskostenveroordeling van het Uwv.
De Centrale Raad van Beroep heeft vastgesteld dat het Uwv aan de verzoeken van de appellant is tegemoetgekomen, wat betekent dat de appellant recht heeft op vergoeding van de proceskosten. De Raad heeft de proceskosten begroot op € 875,-, gebaseerd op het Besluit proceskosten bestuursrecht, en heeft tevens bepaald dat het Uwv het door de appellant betaalde griffierecht van € 136,- moet vergoeden. De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door de rechter en de griffier.