ECLI:NL:CRVB:2024:484
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen gewijzigde beslissing op bezwaar inzake proceskostenveroordeling
In deze zaak heeft appellante, vertegenwoordigd door mr. K.U.J. Hopman, hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland. De rechtbank had op 8 juli 2021 een uitspraak gedaan in de zaak met nummer 20/477. Tijdens de behandeling van de zaak op 14 september 2023 heeft het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) op 20 september 2023 een gewijzigde beslissing op bezwaar genomen. Appellante heeft op 25 september 2023 het hoger beroep ingetrokken en verzocht om een proceskostenveroordeling voor het Uwv. De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak vervolgens behandeld en besloten dat het Uwv in de proceskosten van appellante moet worden veroordeeld. De Raad heeft vastgesteld dat het Uwv volledig tegemoet is gekomen aan de bezwaren van appellante, waardoor de intrekking van het beroep gerechtvaardigd was. De proceskosten zijn begroot op € 1.750,- voor de behandeling van het hoger beroep, plus € 67,40 aan reiskosten, wat resulteert in een totale proceskostenvergoeding van € 1.817,40. Daarnaast moet het Uwv het door appellante betaalde griffierecht van € 134,- vergoeden. De uitspraak is gedaan door E.J.J.M. Weyers en is openbaar uitgesproken op 13 maart 2024.