ECLI:NL:CRVB:2024:675
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens niet tijdig betalen griffierecht
Op 3 april 2024 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 23/1816 ZW. Het hoger beroep was ingesteld door appellante, vertegenwoordigd door mr. J.P. Sanchez Montoto, tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Noord-Holland van 3 mei 2023. De Centrale Raad oordeelde dat het griffierecht van € 136,- niet binnen de gestelde termijn was betaald. Appellante was herhaaldelijk gewezen op de verplichting tot betaling van het griffierecht, maar heeft dit niet tijdig gedaan. De Raad concludeerde dat er redelijkerwijs niet kon worden geoordeeld dat appellante niet in verzuim was geweest. Hierdoor werd het hoger beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard, zonder dat verder onderzoek nodig was. De uitspraak werd gedaan in het openbaar en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. Tegen deze uitspraak staat voor belanghebbenden en het bestuursorgaan de mogelijkheid open om binnen zes weken schriftelijk verzet aan te tekenen.