ECLI:NL:CRVB:2024:698
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om hernieuwde WAO-uitkering wegens gebrek aan toegenomen beperkingen binnen vijf jaar
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 4 april 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep over de afwijzing van een verzoek van appellante om opnieuw een uitkering op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) toe te kennen. Appellante had van 30 juli 2010 tot 6 november 2011 geen toegenomen beperkingen uit dezelfde ziekteoorzaak, wat een vereiste is voor het verkrijgen van een nieuwe WAO-uitkering binnen vijf jaar na beëindiging van de eerdere uitkering. De Raad oordeelde dat het Uwv terecht had besloten om geen nieuwe uitkering toe te kennen, omdat er geen bewijs was van toegenomen beperkingen in de relevante periode. De rechtbank Gelderland had eerder de uitspraak van het Uwv bevestigd, en de Raad volgde dit oordeel. Appellante had aangevoerd dat haar psychische klachten waren verergerd, maar de Raad vond dat de medische informatie die zij had overgelegd niet voldoende was om aan te tonen dat er sprake was van toegenomen beperkingen. De Raad concludeerde dat het hoger beroep van appellante niet slaagde en bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank.