ECLI:NL:CRVB:2025:1016
Centrale Raad van Beroep
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake recht op dwangsom door niet-tijdig beslissen UWV
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 25 juni 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep over de vraag of appellante recht heeft op een dwangsom wegens niet-tijdig beslissen door het UWV. Appellante, die de Nederlandse nationaliteit heeft en een WIA-uitkering ontvangt, had een verzoek ingediend bij het UWV naar aanleiding van een Belgisch verzoek om medisch onderzoek. Het UWV heeft echter gesteld dat appellante niet als aanvrager van het heronderzoek kan worden beschouwd, waardoor er geen recht op een dwangsom zou zijn. De rechtbank Limburg had eerder het beroep van appellante ongegrond verklaard, en de Centrale Raad bevestigt deze uitspraak. De Raad oordeelt dat het verzoek van de Belgische instantie niet kan worden aangemerkt als een aanvraag van appellante, en dat er geen sprake is van ongelijke behandeling op basis van haar Belgische arbeidsverleden. De uitspraak benadrukt dat de mogelijkheid tot het verbeuren van een dwangsom afhankelijk is van het zijn van aanvrager, ongeacht het arbeidsverleden. De Centrale Raad bevestigt de aangevallen uitspraak en het bestreden besluit blijft in stand.