ECLI:NL:CRVB:2025:1032
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om terug te komen van de weigering om een Wajong-uitkering toe te kennen na herhaalde aanvraag zonder nieuwe feiten of omstandigheden
In deze zaak gaat het om de afwijzing van het verzoek van appellante om terug te komen van de weigering van het Uwv om haar een Wajong-uitkering toe te kennen. Appellante stelt dat zij voor haar achttiende jaar een ontwikkelingsstoornis had en dat er nieuwe medische informatie is die aantoont dat zij jonggehandicapt was. Het Uwv heeft echter geen aanleiding gezien om van de eerdere weigering terug te komen, omdat er geen nieuwe feiten of omstandigheden zijn die deze beslissing rechtvaardigen. De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak behandeld op een zitting op 18 juni 2025, waarbij appellante werd bijgestaan door haar advocaat, mr. R. Kaya, en het Uwv werd vertegenwoordigd door mr. E.S. Träger. De Raad heeft geconcludeerd dat de rechtbank terecht heeft geoordeeld dat er geen nieuwe feiten of omstandigheden zijn die de weigering van de Wajong-uitkering kunnen onderbouwen. De rechtbank heeft de eerdere besluiten van het Uwv in stand gelaten, waarbij is vastgesteld dat de informatie die appellante heeft aangeleverd niet nieuw is en dat de eerdere afwijzingen terecht zijn gedaan. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat het hoger beroep van appellante niet slaagt.