ECLI:NL:CRVB:2025:1049
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van herzieningsverzoek in sociale zekerheidszaak
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 7 juli 2025 uitspraak gedaan in het verzet van een appellant tegen een eerdere uitspraak van 10 januari 2025. De appellant, woonachtig in Marokko, had verzet aangetekend tegen de niet-ontvankelijk verklaring van zijn verzoek om herziening van een eerdere uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 24 mei 2024. De Raad had in de eerdere uitspraak geoordeeld dat het griffierrecht niet was betaald en dat er geen redenen waren om te concluderen dat de appellant niet in verzuim was geweest. Tijdens de zitting op 26 mei 2025 zijn de partijen niet verschenen. De Raad heeft vastgesteld dat de appellant in zijn verzet geen nieuwe feiten of omstandigheden heeft aangevoerd die zouden kunnen leiden tot een andere conclusie. Daarom heeft de Centrale Raad van Beroep het verzet ongegrond verklaard. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door de rechter en de griffier.