ECLI:NL:CRVB:2025:1050
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Intrekking en opschorting van bijstand wegens schending medewerkingsverplichting
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 8 juli 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Zeeland-West-Brabant. De appellant, die niet op meerdere gesprekken is verschenen, heeft zijn medewerkingsverplichting geschonden. Dit leidde tot de opschorting en intrekking van zijn bijstandsuitkering. De zaak begon met een melding in juni 2022 over de aanwezigheid van hasj in de woning van de appellant, wat aanleiding gaf tot een rechtmatigheidsonderzoek. Appellant werd uitgenodigd voor een gesprek op 1 november 2022, maar verscheen niet. Ondanks herhaalde uitnodigingen op 8 en 14 november 2022, bleef hij afwezig. Het college van burgemeester en wethouders van Bergen op Zoom besloot daarop de bijstand van appellant per 1 november 2022 op te schorten en later in te trekken. Appellant stelde dat het college zijn bevoegdheid voor een ander doel had gebruikt, maar de Raad oordeelde dat er geen bewijs was voor deze claim. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank, waardoor de intrekking van de bijstand in stand bleef. Appellant kreeg geen proceskostenvergoeding toegewezen.