ECLI:NL:CRVB:2025:1056

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
7 juli 2025
Publicatiedatum
17 juli 2025
Zaaknummer
24/1222 ANW-V
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Procedures
  • Verzet
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van hoger beroep inzake griffierecht

Op 7 juli 2025 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak 24/1222 ANW-V. Deze uitspraak betreft het verzet van appellante tegen een eerdere beslissing van 10 januari 2025, waarin het hoger beroep van appellante niet-ontvankelijk werd verklaard omdat het griffierecht niet was betaald. Appellante, woonachtig in Marokko, heeft in verzet geen nieuwe feiten of omstandigheden aangevoerd die zouden kunnen rechtvaardigen dat zij het griffierecht niet kan betalen. Tijdens de zitting op 26 mei 2025 zijn partijen niet verschenen. De Raad heeft geconcludeerd dat er geen aanleiding is om het verzet gegrond te verklaren, en heeft het verzet ongegrond verklaard. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door H.G. Rottier, met N. El Khabazi als griffier.

Uitspraak

Datum uitspraak: 7 juli 2025
24/1222 ANW-V
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak als bedoeld in de artikelen 8:55, zevende lid, en 8:108, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht in verband met het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 25 maart 2024, 23/4725 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[Appellante] te [woonplaats], Marokko (appellante)
de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank (Svb)

PROCESVERLOOP

Bij uitspraak als bedoeld in de artikelen 8:54 en 8:108, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht van 10 januari 2025 heeft de Raad het door appellante ingestelde hoger beroep tegen de aangevallen uitspraak niet-ontvankelijk verklaard.
Appellante heeft verzet gedaan.
Het verzet is behandeld op de zitting van 26 mei 2025. Partijen zijn niet verschenen.

OVERWEGINGEN

De uitspraak van de Raad van 10 januari 2025 berust op de overwegingen dat het griffierrecht niet is betaald en dat redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat appellante niet in verzuim is geweest.
Appellante heeft in verzet geen feiten of omstandigheden aangevoerd op grond waarvan zou moeten worden geoordeeld dat zij het griffierecht niet kan betalen.
Dit betekent dat het verzet ongegrond wordt verklaard.
Voor een proceskostenveroordeling van het verzet is geen aanleiding.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep verklaart het verzet ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door H.G. Rottier, in tegenwoordigheid van N. El Khabazi als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 7 juli 2025.
(getekend) H.G. Rottier
(getekend) N. El Khabazi