Uitspraak
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
- veroordeelt het Uwv in de kosten van appellant tot een bedrag van € 1.870,60;
- bepaalt dat het Uwv het in hoger beroep betaalde griffierecht van € 136,- aan appellant vergoedt.
Centrale Raad van Beroep
Op 16 juli 2025 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 23/980 WIA-R. Deze uitspraak betreft een rectificatie van een eerdere uitspraak van de Raad van 23 april 2025. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) had schriftelijk aangegeven dat er een kennelijke fout in de eerdere uitspraak zat, specifiek met betrekking tot de veroordeling in de kosten van de appellant in bezwaar. De Raad heeft partijen de gelegenheid gegeven om schriftelijk te reageren op de voorgenomen rectificatie, maar omdat er geen reacties zijn ontvangen, ging de Raad ervan uit dat er geen bezwaar was tegen de rectificatie.
In de overwegingen van de uitspraak is vastgesteld dat de Raad de eerdere uitspraak wijzigt. Het Uwv wordt veroordeeld in de kosten die de appellant redelijkerwijs heeft moeten maken in verband met het hoger beroep. De proceskosten zijn begroot op € 1.814,- voor het indienen van het hogerberoepschrift en het verschijnen ter zitting, met daarnaast reiskosten van € 56,60 voor openbaar vervoer. Dit leidt tot een totaalbedrag van € 1.870,60 dat het Uwv aan de appellant moet vergoeden, inclusief het griffierecht van € 136,- dat in hoger beroep is betaald.
De beslissing van de Centrale Raad van Beroep is openbaar uitgesproken op 16 juli 2025, en is ondertekend door rechter F.M. Rijnbeek, met A.M. Korver als griffier. De griffier was verhinderd te ondertekenen, maar de uitspraak is formeel vastgelegd en gepubliceerd.