ECLI:NL:CRVB:2025:1116
Centrale Raad van Beroep
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag voor zorg op grond van de Wet langdurige zorg (Wlz) door het CIZ
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 9 juli 2025 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellante tegen de afwijzing van haar aanvraag voor zorg op grond van de Wet langdurige zorg (Wlz) door het CIZ. Appellante, geboren in 1968, heeft psychische en lichamelijke klachten en heeft een aanvraag ingediend voor zorg. Het CIZ heeft deze aanvraag afgewezen, stellende dat appellante niet voldoet aan de voorwaarden voor Wlz-zorg. De rechtbank heeft het beroep van appellante tegen deze afwijzing ongegrond verklaard, wat door de Centrale Raad van Beroep is bevestigd. De medisch adviseurs van het CIZ hebben in hun adviezen onderbouwd dat er geen sprake is van ernstige, continue aanwezige psychiatrische problematiek bij appellante, en dat zij in staat is om hulp te vragen. De Raad concludeert dat appellante geen blijvende behoefte heeft aan 24 uur per dag zorg in de nabijheid ter voorkoming van ernstig nadeel, en bevestigt daarmee de afwijzing van het CIZ. Appellante krijgt geen vergoeding voor proceskosten of griffierecht.