ECLI:NL:CRVB:2025:1156
Centrale Raad van Beroep
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om ontheffing arbeidsverplichtingen in het kader van de Participatiewet
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 29 juli 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Rotterdam. De appellante had verzocht om ontheffing van haar arbeidsverplichtingen zoals vastgelegd in artikel 9 van de Participatiewet. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Maassluis had dit verzoek afgewezen, omdat appellante niet had aangetoond dat zij niet in staat was om aan haar arbeidsverplichtingen te voldoen. De rechtbank had het beroep van appellante ongegrond verklaard, waarbij zij oordeelde dat de stelling van appellante dat het college bekend was met haar problematiek niet voldoende was om haar aanvraag te onderbouwen.
In hoger beroep herhaalde appellante haar eerdere gronden, maar de Raad oordeelde dat zij geen nieuwe argumenten had aangedragen die de eerdere beslissing van de rechtbank konden weerleggen. De Raad bevestigde het oordeel van de rechtbank en concludeerde dat appellante niet had aangetoond dat zij niet aan haar arbeidsverplichtingen kon voldoen. Hierdoor bleef de afwijzing van het verzoek om ontheffing in stand. De uitspraak werd gedaan in het openbaar en partijen waren niet verschenen. Appellante kreeg geen vergoeding voor haar proceskosten en het griffierecht.