ECLI:NL:CRVB:2025:1207
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Weigering van ANW-uitkering op basis van verzekeringseisen en Marokkaanse wetgeving
In deze uitspraak van de Centrale Raad van Beroep op 14 augustus 2025, wordt de weigering van een ANW-uitkering aan appellante bevestigd. De zaak betreft een hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam. Appellante had een uitkering aangevraagd na het overlijden van haar echtgenoot, die op het moment van zijn overlijden niet verzekerd was voor de ANW, noch op basis van de Nederlandse wetgeving, noch op basis van de Marokkaanse wetgeving. De rechtbank had eerder geoordeeld dat de Sociale Verzekeringsbank (Svb) onvoldoende had gemotiveerd waarom de echtgenoot van appellante geen verzekering had opgebouwd in Marokko. Echter, na herbeoordeling door de Svb, werd opnieuw vastgesteld dat de echtgenoot op de dag van zijn overlijden niet in Nederland woonde of werkte en niet vrijwillig verzekerd was voor de ANW. De rechtbank bevestigde deze bevindingen en verklaarde het beroep ongegrond. Appellante was het niet eens met deze uitspraak en voerde aan dat haar echtgenoot verzekerd was voor de AOW en dat zij in een slechte financiële situatie verkeerde. De Raad oordeelde dat de aanvraag voor de ANW-uitkering terecht was afgewezen en dat de financiële situatie van appellante geen recht gaf op de uitkering. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, wat betekent dat appellante geen recht heeft op de ANW-uitkering en geen vergoeding voor proceskosten ontvangt.