ECLI:NL:CRVB:2025:1209
Centrale Raad van Beroep
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Terugvordering van bijstand en de hoogte daarvan in hoger beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 5 augustus 2025 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellanten tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Nijmegen. Het college had eerder de bijstand van appellanten ingetrokken en een bedrag van € 13.004,25 teruggevorderd over de periode van 17 juli 2020 tot 1 april 2021. Appellanten hebben in hun beroep aangevoerd dat de hoogte van de terugvordering moet worden gebaseerd op het wederrechtelijk verkregen voordeel, dat door het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 1 maart 2024 was geschat op € 4.401,43. De Raad heeft echter in een eerdere uitspraak van 27 februari 2024 deze beroepsgrond al verworpen en ziet geen aanleiding om daar nu anders over te oordelen. De Raad heeft het beroep van appellanten ongegrond verklaard, waardoor het besluit van het college, waarin de terugvordering is vastgesteld op € 6.645,82, in stand blijft. De Raad heeft geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten en appellanten krijgen het griffierecht niet terug omdat hun hoger beroep niet slaagt.