Uitspraak
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- veroordeelt het Uwv in de kosten van appellant tot een bedrag van € 2.721,-;
- bepaalt dat het Uwv het door appellant in beroep en hoger beroep betaalde griffierecht van in totaal € 188,- vergoedt.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft appellant, vertegenwoordigd door mr. J. Heek, hoger beroep ingesteld tegen een beslissing van het Uwv. Op 18 juni 2025 heeft het Uwv een gewijzigde beslissing op bezwaar genomen, waarop appellant zijn hoger beroep heeft ingetrokken. Tegelijkertijd heeft appellant verzocht om een proceskostenveroordeling van het Uwv. De Raad voor de Rechtspraak heeft besloten geen zitting te houden, omdat partijen niet hebben aangegeven gebruik te willen maken van hun recht om te worden gehoord. De Raad heeft het onderzoek gesloten en zich gebogen over de proceskosten.
Volgens artikel 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht kan een bestuursorgaan worden veroordeeld in de proceskosten als het bestuursorgaan tegemoetkomt aan de indiener van het beroepschrift. In dit geval heeft het Uwv volledig aan de bezwaren van appellant tegemoetgekomen, wat de basis vormt voor de proceskostenveroordeling. De kosten zijn begroot op € 2.721,-, inclusief griffierechten die het Uwv aan appellant moet vergoeden.
De uitspraak is gedaan door H.G. Rottier, met S.P.A. Elzer als griffier, en is openbaar uitgesproken op 14 augustus 2025. De Centrale Raad van Beroep heeft het Uwv veroordeeld tot betaling van de proceskosten en het griffierecht aan appellant.