ECLI:NL:CRVB:2025:1244
Centrale Raad van Beroep
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Beëindiging van Ziektewet-uitkering op basis van verdienvermogen en medisch onderzoek
Op 24 juli 2025 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellante tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 10 oktober 2024. De zaak betreft de beëindiging van de Ziektewet-uitkering van appellante, die door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) was vastgesteld op basis van een eerstejaars Ziektewet-beoordeling. De rechtbank had eerder het beroep van appellante tegen de beslissing op bezwaar van 7 november 2023 ongegrond verklaard, waarbij het Uwv zijn besluit van 17 april 2023 handhaafde. Dit besluit was genomen omdat het verdienvermogen van appellante hoger was dan 65% van de maatgevende arbeid.
De Centrale Raad van Beroep bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat er voldoende zorgvuldig onderzoek was gedaan. Het Uwv had eigen onderzoek verricht en de informatie van de behandelend sector meegenomen. De Raad concludeerde dat de rapporten van de verzekeringsarts bezwaar en beroep en de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep voldoende onderbouwd waren. Appellante had in hoger beroep gesteld dat haar beperkingen waren onderschat, maar dit was niet onderbouwd met nieuwe medische informatie.
De Raad volgde de rechtbank in haar oordeel dat het Uwv voldoende had gemotiveerd dat de functies die ten grondslag lagen aan de beoordeling geschikt waren voor appellante. Er was geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak werd in het openbaar uitgesproken en is gebaseerd op de overwegingen die in het proces-verbaal zijn vastgelegd.