dhr. mr. dr. J.H. Ermers

De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het Uwv het pensioen van appellant terecht in mindering heeft gebracht op zijn WW-uitkering en kent schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing verzoek om aanvullende schadevergoeding WIA-uitkering. Geen onrechtmatig besluit vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing verzoek om schadevergoeding wegens belastingschade na WW-uitkering in één keer uitbetaald.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat ex-werknemer verwijtbaar werkloos is door weigering passend werkaanbod, waardoor WW-uitkering niet wordt uitbetaald.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de faillissementsuitkering aan appellant, omdat hij niet als werknemer in de zin van de WW kan worden aangemerkt.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing faillissementsuitkering aan directeur-grootaandeelhouder wegens ontbreken gezagsverhouding.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de vaststelling van het WW-dagloon op € 144,17 en oordeelt dat verlofuren niet als vorderbaar loon kunnen worden beschouwd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering; verdienvermogen appellante hoger dan 65% van maatgevende arbeid na zorgvuldig medisch onderzoek.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de vaststelling van het WIA-dagloon op € 110,71, omdat appellant niet heeft aangetoond dat hij vorderbaar maar niet inbaar loon had.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de arbeidsongeschiktheid van appellant op 67,45% en wijst het hoger beroep af.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering aan appellant, oordeelt dat medische en arbeidskundige beoordelingen door Uwv juist zijn.

Hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard wegens ontbreken procesbelang in WIA-zaak.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing schadevergoeding door Uwv; voorbereidingshandelingen niet onrechtmatig.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de ZW-uitkering van appellant, oordelend dat het Uwv terecht heeft besloten dat appellant meer dan 65% kan verdienen van zijn laatst verdiende loon.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de ZW-uitkering van appellant na de Eerstejaars ZW-beoordeling, oordelend dat het Uwv dit terecht heeft gedaan.

Appellante, een werkgever, heeft hoger beroep ingesteld tegen de niet-ontvankelijk verklaring van de rechtbank in haar beroep tegen de weigering van een WIA-uitkering aan haar werknemer. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de mate van arbeidsongeschiktheid van appellant op 38,39% per 10 maart 2022 en 38,83% per 4 juni 2022, en oordeelt dat de geselecteerde functies passend zijn.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over schadevergoeding voor appellant wegens onrechtmatig besluit en overschrijding van de redelijke termijn. Totale schadevergoeding vastgesteld op € 3.022,-.

Centrale Raad van Beroep wijst verzoek om schadevergoeding af; geen onrechtmatig besluit van het Uwv vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep vraagt het Hof van Justitie om verduidelijking over de status van Duitse particuliere ziektekostenverzekering in relatie tot de Wet langdurige zorg.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de eerste ziektedag van de werknemer op 5 maart 2015 ligt, niet op 2 maart 2015, en wijst het verzoek van appellante af.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het UWV de Duitse inkomsten van appellante mag verrekenen met haar WIA-uitkering, maar dat het UWV het Duitse bruto loon moet herleiden naar het Nederlandse fiscale loon.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de afwijzing van de WW-aanvraag van appellante, omdat zij geen werknemer is in de zin van de WW. De rechtbank oordeelt dat er geen dienstbetrekking was.

De Raad oordeelt dat de ontheffing van de verzekeringsplicht voor de AKW, AOW en Anw ingaat op 1 mei 2020, niet op 2 juni 2021, en vernietigt de eerdere uitspraak van de rechtbank.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat afwijzing aanvraag AKW+ voor huishoudens met arbeidsongeschikte ouder onterecht is en leidt tot discriminatie.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing aanvragen compensatie transitievergoeding door Uwv wegens termijnoverschrijding. Appellantes kunnen geen bijzondere omstandigheden aanvoeren die de termijnoverschrijding rechtvaardigen.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellant geen verwijt treft voor het weigeren van een arbeidsovereenkomst vanwege gezondheidsredenen, waardoor de opgelegde maatregel van het Uwv onterecht was.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering Wajong-uitkering; appellant niet duurzaam arbeidsongeschikt.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv onterecht een ziekengeldsanctie heeft opgelegd aan appellante, omdat onvoldoende re-integratie-inspanningen zijn aangetoond.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het Uwv terecht het ziekengeld van betrokkene niet heeft gekort, omdat er geen voldoende informatie over passend werk is verstrekt.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de toekenning van dubbele kinderbijslag door de Svb voor de periode van 2018 tot 2022 en wijst het verzoek om schadevergoeding af.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellante recht heeft op kinderbijslag vanaf het tweede kwartaal van 2019, omdat zij op 1 april 2019 verzekerd was voor de AKW.

Centrale Raad van Beroep bevestigt korting van 8% op AOW-pensioen van appellant wegens niet-ingezeten status tussen 1972 en 1975.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing verzoek om schadevergoeding en dwangsom; DigiD gebruik niet geldig.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het hoger beroep van de Svb slaagt; het besluit van 1 september 2022 is een nieuw primair besluit, waardoor de maandelijkse verrekening op € 202,56 blijft.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de ANW-uitkering aan appellante, omdat haar echtgenoot niet verzekerd was ten tijde van overlijden.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de ingangsdatum van het persoonsgebonden budget voor ondersteuning niet eerder kan ingaan dan 1 november 2021.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de rechtbank het beroep van appellant niet-ontvankelijk had moeten verklaren wegens gebrek aan procesbelang. De uitspraak van de rechtbank wordt vernietigd.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat college niet bevoegd was aanvraag tillift af te wijzen; vernietiging eerdere besluiten en schadevergoeding aan erfgename.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de berekening van de aflossingscapaciteit voor terugvordering van ANW-uitkering door de Svb correct is en geen kennelijk onredelijk resultaat oplevert.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de appellant als verdragsgerechtigde is aangemerkt en verplicht is de verdragsbijdrage aan het CAK te betalen, ondanks zijn beroep op een prevalerend recht op zorg in Ierland.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de afwijzing van de Svb om terug te komen van de weigering van kinderbijslag over het tweede kwartaal van 2021, omdat appellant niet voldoende bijdraagt aan het onderhoud van zijn zoon.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de ANW-uitkering aan appellante, omdat haar echtgenoot op de datum van overlijden niet verzekerd was voor de ANW.

Centrale Raad van Beroep bevestigt herziening ANW-uitkering en wijst schadevergoeding toe wegens overschrijding redelijke termijn.

De Centrale Raad van Beroep heeft de terugvordering van teveel betaald AOW-pensioen gematigd tot € 9.646,81 en de boete niet gehandhaafd, na beoordeling van de inlichtingenverplichting van de appellant.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de terugvordering van onverschuldigd betaalde kinderbijslag door de Svb, omdat appellante haar inlichtingenplicht niet nakwam. Er zijn geen dringende redenen om van terugvordering af te zien.

De Centrale Raad van Beroep verklaart het hoger beroep van appellante 1 en appellante 2 niet-ontvankelijk wegens overlijden en termijnoverschrijding.

Hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard wegens overlijden appellant zonder erfgenamen die de procedure willen voortzetten.

Appellant's aanvraag voor AOW-pensioen is afgewezen omdat hij niet kan aantonen dat hij ten minste een jaar in Nederland heeft gewoond of gewerkt. Hoger beroep slaagt niet.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking en terugvordering kinderbijslag voor appellant, omdat hij onvoldoende bijdraagt aan het onderhoud van zijn dochter.