ECLI:NL:CRVB:2025:1303
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet-betaling griffierecht en verzuim bij aanvraag om bijstand
In deze uitspraak van de Centrale Raad van Beroep op 2 september 2025, wordt de niet-ontvankelijkheid van het beroep van appellante behandeld. Appellante had bijstand aangevraagd op grond van de Participatiewet, maar haar aanvraag werd afgewezen door het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam. De rechtbank verklaarde het beroep van appellante niet-ontvankelijk omdat zij het verschuldigde griffierecht niet had betaald. Appellante had niet tijdig een beroep op betalingsonmacht gedaan, ondanks dat zij meerdere herinneringen had ontvangen van de rechtbank. De Raad oordeelt dat de rechtbank terecht geen verdergaande onderzoeks- en motiveringsplicht had, aangezien appellante niet had aangetoond dat zij de brieven over het griffierecht niet had ontvangen. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en stelt vast dat appellante niet in verzuim was, en dat haar beroep om bijstand terecht niet-ontvankelijk is verklaard. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheid van appellante om haar post tijdig te beheren en de gevolgen van het niet tijdig betalen van griffierecht.