ECLI:NL:CRVB:2025:1342
Centrale Raad van Beroep
- Schadevergoedingsuitspraak
- Rechtspraak.nl
Beëindiging van WIA-uitkering wegens minder dan 35% arbeidsongeschiktheid en geschiktheid van functies
In deze zaak gaat het om de beëindiging van de WIA-uitkering van appellant per 7 september 2023, omdat hij minder dan 35% arbeidsongeschikt zou zijn. Appellant betwist deze beslissing van het Uwv, omdat hij meent dat hij meer medische beperkingen heeft dan het Uwv heeft aangenomen. De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak behandeld en geconcludeerd dat het Uwv de WIA-uitkering terecht heeft beëindigd. De Raad oordeelt dat het Uwv voldoende heeft gemotiveerd dat de functies die aan de berekening van het arbeidsongeschiktheidspercentage ten grondslag liggen, medisch geschikt zijn voor appellant. De Raad volgt de eerdere uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland, die het beroep van appellant ongegrond heeft verklaard. De Raad heeft vastgesteld dat de verzekeringsartsen zorgvuldig onderzoek hebben gedaan en dat er geen aanleiding is om aan de medische beoordeling van het Uwv te twijfelen. Appellant heeft geen nieuwe medische informatie overgelegd die zou kunnen leiden tot een ander oordeel. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en wijst het verzoek om schadevergoeding af.