ECLI:NL:CRVB:2025:1413

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
24 september 2025
Publicatiedatum
24 september 2025
Zaaknummer
23/1529 WIA
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Procedures
  • Proceskostenveroordeling
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Proceskostenveroordeling na intrekking hoger beroep door het bestuursorgaan

In deze zaak heeft het Uwv hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 31 maart 2023. Betrokkene, vertegenwoordigd door mr. J.J. Kruidenberg, heeft een verweerschrift ingediend. Tijdens de zitting op 1 februari 2024 was het Uwv vertegenwoordigd door Y. Huisman en betrokkene was aanwezig met zijn advocaat en een ambulant begeleider. Na de zitting is het onderzoek heropend en heeft een deskundige een rapport uitgebracht. Op 12 december 2024 heeft het Uwv een gewijzigde beslissing op bezwaar genomen en het hoger beroep ingetrokken. Betrokkene heeft vervolgens verzocht om veroordeling van het Uwv in de proceskosten. De Raad heeft bepaald dat een nader onderzoek ter zitting niet nodig was en heeft het onderzoek gesloten. De Raad overweegt dat, volgens artikel 8:118 van de Awb, het bestuursorgaan op verzoek van een partij kan worden veroordeeld in de proceskosten als het hoger beroep is ingetrokken. Het Uwv heeft het bezwaar gegrond verklaard en de kosten in bezwaar vergoed. De rechtbank had eerder al een proceskostenveroordeling uitgesproken. De Raad heeft het Uwv veroordeeld in de kosten die betrokkene heeft moeten maken in verband met het hoger beroep, begroot op € 2.748,60, inclusief kosten voor rechtsbijstand en reiskosten. De uitspraak is gedaan door W.R. van der Velde en is openbaar uitgesproken op 24 september 2025.

Uitspraak

Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak als bedoeld in artikel 8:118, eerste lid van de Algemene wet bestuursrecht in verband met het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 31 maart 2023, 22/1777 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (appellant)
[betrokkene] te [woonplaats] (betrokkene)
Datum uitspraak: 24 september 2025

PROCESVERLOOP

Het Uwv heeft hoger beroep ingesteld.
Namens betrokkene heeft mr. J.J. Kruidenberg een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 1 februari 2024. Het Uwv heeft zich laten vertegenwoordigen door Y. Huisman. Betrokkene is verschenen, bijgestaan door mr. Kruidenberg en [naam ambulant begeleider] (ambulant begeleider).
Na de zitting is het onderzoek is heropend.
Een door de Raad benoemde deskundige heeft een rapport uitgebracht. Op 12 december 2024 heeft het Uwv een gewijzigde beslissing op bezwaar genomen.
Het Uwv heeft het hoger beroep ingetrokken.
Betrokkene heeft verzocht om veroordeling van het Uwv in de (proces)kosten.
Partijen hebben nadere stukken ingediend.
Omdat geen van beide partijen om een nadere zitting heeft gevraagd, heeft de Raad met toepassing van artikel 8:57 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) bepaald dat een nader onderzoek ter zitting achterwege blijft. Daarna heeft de Raad het onderzoek met toepassing van artikel 8:57, derde lid van de Awb gesloten.

OVERWEGINGEN

Artikel 8:118, eerste lid, van de Awb bepaalt dat het bestuursorgaan op verzoek van een partij bij afzonderlijke uitspraak met overeenkomstige toepassing van artikel 8:75 van de Awb kan worden veroordeeld in de proceskosten, als het bestuursorgaan het hoger beroep heeft ingetrokken.
Het Uwv heeft bij gewijzigd besluit op bezwaar van 12 december 2024 het bezwaar gegrond verklaard en daarbij de kosten in bezwaar vergoed.
De rechtbank heeft in de aangevallen uitspraak een proceskostenveroordeling in beroep uitgesproken en bepaald dat het Uwv het door betrokkene betaalde griffierecht in beroep moet vergoeden.
De Raad ziet aanleiding het Uwv te veroordelen in de kosten die betrokkene in verband met de behandeling van het hoger beroep redelijkerwijs heeft moeten maken. De kosten worden, ingevolge het Besluit proceskosten bestuursrecht, in hoger beroep begroot op € 2.721,- voor verleende rechtsbijstand (1 punt voor het indienen van een verweerschrift, 1 punt voor het verschijnen ter zitting, 0,5 punt voor de schriftelijke reactie op het deskundigenrapport en 0,5 punt voor de reactie op het gewijzigd standpunt van het Uwv, met een waarde per punt van € 907,-) en op € 27,60 aan reiskosten. In totaal bedraagt de proceskostenvergoeding € 2.748,60.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep veroordeelt het Uwv in de kosten van betrokkene tot een bedrag van € 2.748,60.
Deze uitspraak is gedaan door W.R. van der Velde in tegenwoordigheid van A.K.F. Ouwehand als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 24 september 2025.

(getekend) W.R. van der Velde

De griffier is verhinderd te ondertekenen.