ECLI:NL:CRVB:2025:1425
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing herhaalde aanvraag ANW-uitkering wegens gebrek aan verzekering van de echtgenoot
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 25 september 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de afwijzing van een herhaalde aanvraag om een ANW-uitkering door de Sociale verzekeringsbank (Svb). Appellante, die in Marokko woont, had een aanvraag ingediend na het overlijden van haar echtgenoot op 23 augustus 2022. De Svb had de aanvraag afgewezen op basis van het feit dat de echtgenoot op het moment van overlijden niet verzekerd was voor de ANW, omdat hij niet in Nederland woonde of werkte en ook niet vrijwillig verzekerd was. De rechtbank Amsterdam had eerder de afwijzing van de Svb bevestigd, en appellante ging in hoger beroep.
De Raad oordeelde dat de Svb terecht had geconcludeerd dat er geen nieuwe feiten of omstandigheden waren die de afwijzing van de aanvraag konden rechtvaardigen. De Raad bevestigde dat de echtgenoot van appellante niet verzekerd was voor de ANW en dat er geen recht op een nabestaandenuitkering bestond. De Raad stelde vast dat de afwijzing van de aanvraag niet evident onredelijk was en dat appellante ook voor de toekomst geen recht had op een ANW-uitkering. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en appellante kreeg geen vergoeding voor proceskosten of griffierecht.
De uitspraak benadrukt het belang van verzekering voor het verkrijgen van een ANW-uitkering en de voorwaarden die daarbij gelden. De Raad concludeerde dat de herhaalde aanvraag van appellante terecht was afgewezen, en dat er geen reden was om het besluit van de Svb te herzien.