ECLI:NL:CRVB:2025:1495
Centrale Raad van Beroep
- Proceskostenveroordeling
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep over de vaststelling van arbeidsongeschiktheid en proceskostenveroordeling
In deze zaak gaat het om de vaststelling van de mate van arbeidsongeschiktheid van appellante door het Uwv per 5 januari 2021, die door het Uwv op 57,96% is vastgesteld. Appellante is van mening dat zij meer beperkingen heeft dan het Uwv heeft aangenomen. De Centrale Raad van Beroep heeft een deskundige benoemd, die concludeert dat appellante op de datum in geding meer beperkt was dan het Uwv heeft vastgesteld. De Raad oordeelt dat het Uwv opnieuw moet beslissen op het bezwaar van appellante, met inachtneming van de bevindingen van de deskundige. De Raad heeft ook de proceskosten van appellante vergoed, die in totaal € 8.151,11 bedragen. De uitspraak van de rechtbank Rotterdam is vernietigd en het beroep van appellante is gegrond verklaard.