Uitspraak
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- veroordeelt het Uwv in de proceskosten van appellante tot een bedrag van € 907,-;
- bepaalt dat het Uwv aan appellante het in hoger beroep betaalde griffierecht van € 136,- vergoedt.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft appellante, vertegenwoordigd door mr. N.J. Brouwer, hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland. Na een nieuwe beslissing op bezwaar van het Uwv op 22 oktober 2024, heeft appellante op 3 april 2025 het hoger beroep ingetrokken en verzocht om een proceskostenveroordeling. De Raad heeft besloten geen zitting te houden, omdat partijen geen gebruik wilden maken van hun recht om gehoord te worden. De Centrale Raad van Beroep heeft vervolgens de proceskosten beoordeeld. Volgens artikel 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht kan een bestuursorgaan worden veroordeeld in de kosten als het beroep is ingetrokken omdat het bestuursorgaan aan de indiener is tegemoetgekomen. In dit geval heeft het Uwv met de gewijzigde beslissing op bezwaar volledig aan de bezwaren van appellante tegemoetgekomen. De Raad heeft geoordeeld dat het Uwv in de kosten van het hoger beroep moet worden veroordeeld, die zijn begroot op € 907,-. Daarnaast moet het Uwv het door appellante betaalde griffierecht van € 136,- vergoeden. De uitspraak is gedaan op 8 oktober 2025.