1.2.Bij besluit van 28 juni 2022 (bestreden besluit) heeft het Uwv het hiertegen door appellante gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. Hieraan liggen rapporten van een verzekeringsarts bezwaar en beroep en een arbeidsdeskundige bezwaar en beroep ten grondslag. De mate van arbeidsongeschiktheid is na een nieuwe functieselectie in bezwaar nader vastgesteld op 43,8%.
Uitspraak van de rechtbank
2. De rechtbank heeft het beroep tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard en daarmee het bestreden besluit in stand gelaten. Hiertoe heeft de rechtbank overwogen dat het bij een arbeidsongeschiktheidsbeoordeling moet gaan om medisch te objectiveren beperkingen. De rechtbank heeft de rapporten van de (verzekerings-)artsen van het Uwv overtuigend geacht en heeft geen aanknopingspunten gevonden om te twijfelen aan hun conclusies. Naar het oordeel van de rechtbank heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep in haar rapport van 13 juni 2022 overtuigend gemotiveerd waarom de conclusie van de verzekeringsarts over de belastbaarheid van appellante juist is. De urenbeperking komt voldoende tegemoet aan de energetische en preventieve gronden. Ook komt de urenbeperking voldoende tegemoet aan de beschikbaarheid van appellante. De rechtbank is niet gebleken dat in het rapport van 6 augustus 2020 van de medisch adviseur van Achmea staat dat een verregaande urenbeperking noodzakelijk is. Uitgaande van de FML van 19 januari 2022 heeft de rechtbank het aannemelijk geacht dat appellante in staat is om de aan de schatting ten grondslag gelegde functies te vervullen. Naar het oordeel van de rechtbank heeft de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep in zijn rapport van 27 juni 2022 en de bijlage overtuigend toegelicht waarom deze functies passend zijn voor appellante. De gemachtigde van het Uwv heeft er tijdens de zitting terecht op gewezen dat bij de functie productiemedewerker industrie geen sprake is van bezwaarlijke geluidsbelasting. Uit de functiebeschrijving blijkt dat er slechts sprake is van (zoemend) machinegeluid op de achtergrond van minder dan 80dB.
Het standpunt van appellante
3. Appellante is het met de uitspraak van de rechtbank niet eens. Appellante heeft aangevoerd dat ten onrechte geen beperkingen zijn aangenomen vanwege haar prikkelgevoeligheid. Verder had er vanuit energetisch en preventief oogpunt, maar ook vanwege haar beschikbaarheid, een verdergaande urenbeperking moeten worden opgenomen. Volgens appellante zijn de geselecteerde functies gelet op haar beperkingen niet passend. De werkzaamheden in de functies van productiemedewerker industrie (SBCcode 111180) en assemblagemedewerker elektrotechnische producten (SBCcode 267041) vinden plaats in een productiehal met een groot aantal collega's, terwijl appellante is aangewezen op werkzaamheden zonder al te veel prikkels en stresserende omstandigheden. Bovendien is in die functies volgens appellante geen sprake van een afgebakende deeltaak, zoals wordt geadviseerd in het advies van de medisch adviseur van Achmea van 6 augustus 2020. In hoger beroep heeft appellante een verzekeringskundig rapport van verzekeringsarts-medisch adviseur D. van Arkel van 20 juni 2023 ingediend. Daarin is gesteld dat appellante op 12 november 2020 meer beperkt was dan het Uwv aanneemt. Met name de urenbeperking schiet tekort. Verder was appellante destijds vergeetachtig (door concentratieproblemen), was ze overgevoelig voor prikkels, kon ze absoluut niet tegen conflicten (ook niet telefonisch of schriftelijk) en was er sprake van verhoogd persoonlijk risico. Van Arkel heeft aanvullend beperkingen genoemd voor herinneren, inzicht in het dagelijks functioneren, zelfstandig handelen in het dagelijks functioneren, werk zonder afleiding door anderen, werk zonder verhoogd persoonlijk risico, emotionele problemen van anderen hanteren, werken in de avond en een urenbeperking van 2 uur per dag, 10 uur per week.
Het standpunt van het Uwv
4. Het Uwv heeft verzocht om de aangevallen uitspraak te bevestigen.