ECLI:NL:CRVB:2025:1559

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
21 oktober 2025
Publicatiedatum
30 oktober 2025
Zaaknummer
22/3788 PW-R
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Rectificatie van uitspraak inzake proceskostenvergoeding in hoger beroep

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 21 oktober 2025 uitspraak gedaan over een rectificatie van een eerdere uitspraak van 16 juli 2024. De appellante, vertegenwoordigd door een gemachtigde, heeft aangegeven dat de eerdere uitspraak een kennelijke fout bevatte, namelijk het ontbreken van een proceskostenvergoeding in het incidenteel hoger beroep van het college van burgemeester en wethouders van Bergen op Zoom. De Raad heeft partijen de gelegenheid gegeven om schriftelijk te reageren op de voorgenomen rectificatie. De gemachtigde van appellante heeft geen bezwaar gemaakt, terwijl het college niet binnen de gestelde termijn heeft gereageerd. Hierdoor ging de Raad ervan uit dat er geen bezwaar was tegen de rectificatie.

De rectificatie houdt in dat in de uitspraak het zaaknummer 23/230 PW-G wordt toegevoegd en dat de overwegingen en de beslissing worden aangepast. De Raad heeft vastgesteld dat het college in de proceskosten van appellante moet worden veroordeeld tot een bedrag van € 1.814,- voor verleende rechtsbijstand. De uitspraak tot rectificatie is gepubliceerd op rechtspraak.nl en is gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter en twee leden, in aanwezigheid van de griffier. De beslissing is openbaar uitgesproken op de genoemde datum.

Uitspraak

22/3788 PW-R
Datum uitspraak: 21 oktober 2025
Centrale Raad van Beroep
Meervoudige kamer
Uitspraak tot rectificatie van de uitspraak van de Raad van 16 juli 2024, 22/3788 PW
Partijen:
[appellante] te [woonplaats] (appellante)
het college van burgemeester en wethouders van Bergen op Zoom (college)
PROCESVERLOOP
Namens appellante heeft [gemachtigde] er schriftelijk op gewezen dat de uitspraak van de Raad van 16 juli 2024 een kennelijke fout bevat. Het betreft het ontbreken van een proceskostenvergoeding ter waarde van twee punten in het ter zitting op 4 juni 2024 ingetrokken incidenteel hoger beroep van het college met kenmerk 23/230 PW.
De Raad heeft daarom aanleiding gezien partijen in de gelegenheid te stellen zich schriftelijk uit te laten over een rectificatie van de uitspraak. Dit is bij brief van 22 augustus 2025 meegedeeld.
Namens appellante heeft [gemachtigde] bericht geen bezwaar te hebben tegen de voorgenomen verbetering van de uitspraak. Het college heeft niet gereageerd binnen de in de brief van 22 augustus 2025 gestelde termijn van vier weken, in verband waarmee de Raad, naar in die brief is vermeld, ervan uitgaat dat er geen bezwaar bestaat tegen de voorgenomen rectificatie.

OVERWEGINGEN

De Raad overweegt dat er aanleiding is het college te veroordelen in de proceskosten van appellante in de ingetrokken zaak met kenmerk 23/230 PW en wijzigt de uitspraak van de Raad van 16 juli 2024, 22/3788 PW, als volgt.
- In de kop van de uitspraak wordt het zaaknummer 23/230 PW-G toegevoegd.
- Op het voorblad wordt toegevoegd dat (ook) uitspraak wordt gedaan als bedoeld in artikel 8:118 van de Algemene wet bestuursrecht in verband met het incidenteel hoger beroep.
- In het procesverloop wordt opgenomen dat het college incidenteel hoger beroep heeft ingesteld, dat [gemachtigde] namens appellante een zienswijze heeft ingediend en daarin heeft verzocht het college te veroordelen in de proceskosten en dat het college het incidenteel hoger beroep ter zitting heeft ingetrokken.
- Overweging 5 wordt gewijzigd in: Aanleiding bestaat om het college te veroordelen in de proceskosten van appellante in het ingetrokken incidenteel hoger beroep. Deze kosten worden begroot op € 1.814,- voor verleende rechtsbijstand (1 punt voor het indienen van een zienswijze en 1 punt voor het verschijnen ter zitting, met een waarde per punt van € 907,-). Appellante krijgt het betaalde griffierecht niet terug.
- De beslissing wordt aangevuld met: - veroordeelt het college in de proceskosten van appellante tot een bedrag van € 1.814,-.
Aan deze uitspraak tot rectificatie is een gerectificeerd exemplaar van de oorspronkelijke uitspraak gehecht. De gerectificeerde uitspraak zal worden gepubliceerd op rechtspraak.nl.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep rectificeert zijn uitspraak van 16 juli 2024, 22/3788 PW, als in de overwegingen is weergegeven.
Deze uitspraak is gedaan door J.T.H. Zimmerman als voorzitter en W.F. Claessens en W.A. Timmer als leden, in tegenwoordigheid van P.W.J. Hospel als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 21 oktober 2025.
(getekend) J.T.H. Zimmerman
(getekend) P.W.J. Hospel