ECLI:NL:CRVB:2025:1623
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van hoger beroep wegens termijnoverschrijding
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 30 oktober 2025 uitspraak gedaan over het verzet van een appellant tegen een eerdere uitspraak waarin zijn hoger beroep niet-ontvankelijk werd verklaard. De appellant had verzet ingediend omdat hij gezondheidsklachten had, zijn advocaat zich had moeten terugtrekken en hij meerdere lopende procedures had, waardoor hij het overzicht van termijnen kwijt was geraakt. De Raad had in de eerdere uitspraak van 1 april 2025 al overwogen dat de appellant meerdere keren uitstel was verleend voor het indienen van gronden, in totaal ongeveer 18 weken. De Raad oordeelde dat de redenen die de appellant aanvoerde voor de termijnoverschrijding onvoldoende waren om deze verschoonbaar te achten. De Raad benadrukte dat de appellant zelf verantwoordelijk is voor het bijhouden van termijnen, ook al heeft hij meerdere procedures lopen. De gezondheidsklachten van de appellant werden niet als voldoende reden gezien om de termijnoverschrijding te rechtvaardigen. De Raad verklaarde het verzet ongegrond en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.