ECLI:NL:CRVB:2025:1626
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van herzieningsverzoek wegens niet-betaling griffierecht
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 30 oktober 2025 uitspraak gedaan over het verzet van een appellant tegen een eerdere niet-ontvankelijk verklaring van zijn verzoek om herziening. Het verzoek om herziening was eerder niet-ontvankelijk verklaard omdat het griffierecht niet was betaald. De appellant, die een bijstandsuitkering ontvangt, heeft verzet aangetekend en aangevoerd dat hij de nota voor het griffierecht had gemist door postproblemen en dat hij betalingsonmacht had. Tijdens de zitting op 18 september 2025 heeft de gemachtigde van de appellant verklaard dat zij de eerste nota had ontvangen en dat zij ervan uitging dat haar verzoek om vrijstelling van het griffierecht was toegewezen. De Raad heeft overwogen dat de gemachtigde, als professionele vertegenwoordiger, op de hoogte had moeten zijn van de verplichtingen omtrent het griffierecht en de termijnen voor betaling. Aangezien het griffierecht niet tijdig was betaald en er geen tijdig beroep op betalingsonmacht was gedaan, heeft de Raad het verzet ongegrond verklaard. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door J.C. Boeree, met J. Bonnema als griffier.