ECLI:NL:CRVB:2025:1666
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van hoger beroep wegens termijnoverschrijding
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 14 november 2025 uitspraak gedaan in het verzet van appellant tegen de niet-ontvankelijk verklaring van zijn hoger beroep. De Raad had eerder op 30 januari 2025 het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard omdat de gronden niet tijdig waren ingediend. Appellant stelde in zijn verzetschrift dat hij uitstel had gekregen tot 10 januari 2025 voor het indienen van de gronden en dat hem telefonisch was medegedeeld dat hij deze per reguliere post kon verzenden tot die datum. Appellant heeft zijn gronden op 9 januari 2025 op de post gedaan, maar de Raad ontving deze later dan de gebruikelijke termijn. De Raad overwoog dat, hoewel appellant het risico nam door de stukken op de laatste dag op de post te doen, het niet voor zijn rekening komt dat de stukken later werden bezorgd. De Raad achtte het aannemelijk dat de post later dan gebruikelijk was bezorgd, wat een verschoonbare reden is voor de termijnoverschrijding. Hierdoor werd het verzet gegrond verklaard, de eerdere uitspraak verviel en het onderzoek werd voortgezet in de stand waarin het zich bevond. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.