ECLI:NL:CRVB:2025:1824
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag om zorg op grond van de Wet langdurige zorg (Wlz) door het CIZ
Op 10 december 2025 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak van appellant tegen het CIZ, waarbij de aanvraag voor zorg op grond van de Wet langdurige zorg (Wlz) is afgewezen. De Raad oordeelt dat er in de te beoordelen periode geen blijvende behoefte aan 24 uur per dag zorg in de nabijheid van appellant is vastgesteld. Appellant, geboren in 2001, heeft een psychotische stoornis en een obsessief compulsieve stoornis. Op 4 mei 2023 heeft hij een aanvraag ingediend bij het CIZ, die op 25 september 2023 is afgewezen. De rechtbank Rotterdam heeft het beroep tegen deze afwijzing ongegrond verklaard, wat door de Raad wordt bevestigd. Appellant heeft in hoger beroep geen nieuwe gronden aangevoerd die de afwijzing van het CIZ kunnen onderbouwen. De Raad concludeert dat het CIZ zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat de zorgbehoefte van appellant niet blijvend is. De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd, en appellant krijgt geen proceskostenvergoeding of terugbetaling van griffierecht.