ECLI:NL:CRVB:2025:1869
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Weigering Wajong-uitkering en schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 17 december 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep over de weigering van een Wajong-uitkering aan appellante. Appellante had eerder een aanvraag ingediend bij het Uwv, die was afgewezen op basis van de conclusie dat zij arbeidsvermogen had. Appellante was het niet eens met deze beslissing en heeft hoger beroep ingesteld, waarbij zij stelde dat zij duurzaam niet over arbeidsvermogen beschikte vanwege psychische en fysieke klachten. De Raad heeft de zaak behandeld en deskundigen ingeschakeld om de medische situatie van appellante te beoordelen. De deskundige concludeerde dat appellante op de datum van de aanvraag niet over arbeidsvermogen beschikte, maar dat dit gebrek niet duurzaam was. De Raad heeft het standpunt van het Uwv gevolgd en geoordeeld dat appellante niet voldoet aan de voorwaarden voor een Wajong-uitkering. Daarnaast heeft appellante schadevergoeding gevraagd wegens overschrijding van de redelijke termijn. De Raad heeft vastgesteld dat de redelijke termijn is overschreden en heeft een schadevergoeding van € 3.000,- toegewezen, verdeeld over het Uwv en de Staat. De Raad heeft de eerdere uitspraak van de rechtbank bevestigd, met verbetering van de gronden, en de proceskosten van appellante vergoed.