ECLI:NL:CRVB:2025:595
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag AOW-pensioen wegens niet voldoen aan voorwaarden
Op 17 april 2025 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak van appellante, die een aanvraag voor een AOW-pensioen had ingediend. De aanvraag werd afgewezen door de Sociale verzekeringsbank (Svb) omdat appellante niet voldeed aan de voorwaarden voor het recht op AOW-pensioen. Appellante heeft nooit in Nederland gewoond of gewerkt, wat een vereiste is voor het verkrijgen van AOW. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank Amsterdam, die eerder had geoordeeld dat de Svb terecht had besloten de aanvraag af te wijzen. Appellante is de derde echtgenote van een man die wel in Nederland heeft gewoond en gewerkt, maar de aanspraak op AOW-pensioen van de eerste echtgenote gaat niet over op appellante. De Raad oordeelde dat de huwelijkse tijdvakken niet aan appellante kunnen worden toegekend, waardoor zij geen recht heeft op AOW-pensioen. Het hoger beroep van appellante werd dan ook verworpen, en de afwijzing van de aanvraag blijft in stand. Appellante krijgt geen vergoeding voor proceskosten of griffierecht.