ECLI:NL:CRVB:2025:596
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bezwaarschrift tegen ontslagbesluit niet-ontvankelijk verklaard wegens te late indiening
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 17 april 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een beslissing van de rechtbank Den Haag. De zaak betreft een bezwaar van appellante tegen een ontslagbesluit van de Staatssecretaris van Defensie. Appellante, die als adelborst bij de Koninklijke Marine was aangesteld, werd op 5 juni 2023 ontslagen omdat zij niet voldeed aan de opleidingseisen. Het bezwaar tegen dit ontslagbesluit werd op 1 september 2023 ingediend, maar de staatssecretaris verklaarde het bezwaar niet-ontvankelijk omdat het buiten de bezwaartermijn was ingediend. De rechtbank vernietigde het bestreden besluit, maar liet de rechtsgevolgen in stand, omdat de staatssecretaris voldoende had aangetoond dat het ontslagbesluit op 20 juni 2023 langs elektronische weg aan appellante was bekendgemaakt. Appellante betwistte dit en stelde dat zij het besluit pas op 31 augustus 2023 had ontvangen. De Raad oordeelde dat de staatssecretaris terecht het bezwaar niet-ontvankelijk had verklaard, omdat de bezwaartermijn op 21 juni 2023 was aangevangen. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.