ECLI:NL:CRVB:2025:603
Centrale Raad van Beroep
- Schadevergoedingsuitspraak
- Rechtspraak.nl
Weigering van het Uwv om terug te komen van het besluit tot afwijzing van de WIA-uitkering van appellant
In deze zaak gaat het om de weigering van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) om terug te komen van een eerder besluit van 26 september 2018, waarin de aanvraag van appellant voor een WIA-uitkering werd afgewezen. Appellant, die zich ziekmeldde na een verkeersongeluk, betwistte de vastgestelde beperkingen en stelde dat hij recht had op een WIA-uitkering. De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat de rechtbank de weigering van het Uwv terecht in stand heeft gelaten. De Raad concludeerde dat er geen nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden waren die een herziening van het eerdere besluit rechtvaardigden. De deskundige, die door de Raad was ingeschakeld, bevestigde dat de Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) van 4 februari 2019 adequaat was en dat er geen extra beperkingen nodig waren. De Raad oordeelde dat het bestreden besluit niet deugdelijk was gemotiveerd, maar dat appellant hierdoor niet was benadeeld. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en veroordeelde de Staat tot schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn.