ECLI:NL:CRVB:2025:637
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Verzet gegrond in hoger beroep tegen uitspraak rechtbank Noord-Holland
Op 23 april 2025 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in een verzetprocedure met zaaknummer 24/2284 WIA-V. De zaak betreft een hoger beroep dat door appellante was ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Noord-Holland van 10 september 2024. In een eerdere uitspraak op 16 januari 2025 had de Raad het hoger beroep van appellante niet-ontvankelijk verklaard, omdat de gronden niet waren ontvangen. Namens appellante heeft mr. V.C.D. Klaassen, advocaat, verzet aangetekend.
De gemachtigde van appellante stelde dat zij tegen twee aparte uitspraken van de rechtbank hoger beroep had ingesteld, geregistreerd onder de kenmerknummers 24/2284 en 24/2277. De gronden voor beide zaken waren in één hoger beroepschrift ingediend, en de gemachtigde meende dat deze gronden ook voor het hoger beroep onder zaaknummer 24/2284 golden. De Raad oordeelde dat de ingediende gronden inderdaad voor beide procedures gelden.
Hierdoor werd het verzet gegrond verklaard, de eerdere uitspraak van 16 januari 2025 verviel en werd het onderzoek voortgezet in de stand waarin het zich bevond. De Raad besloot dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling in het verzet. De uitspraak werd gedaan door J.C. Boeree, in tegenwoordigheid van J.M. Labage als griffier, en werd openbaar uitgesproken op 23 april 2025.