ECLI:NL:CRVB:2025:638
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beëindiging van WIA-uitkering wegens minder dan 35% arbeidsongeschiktheid en herbeoordeling van medische en arbeidskundige onderbouwing
In deze zaak gaat het om de beëindiging van de WIA-uitkering van appellant door het Uwv per 10 april 2023, omdat hij minder dan 35% arbeidsongeschikt zou zijn. Appellant betwist deze beslissing en stelt dat hij meer medische beperkingen heeft dan het Uwv heeft aangenomen, waardoor hij de geselecteerde functies niet kan vervullen. De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak behandeld en vastgesteld dat het Uwv voldoende medische en arbeidskundige onderbouwing heeft gegeven voor de beëindiging van de uitkering. De Raad oordeelt dat de rechtbank terecht heeft geoordeeld dat de medische beoordeling zorgvuldig is uitgevoerd en dat er geen aanleiding is om te twijfelen aan de juistheid van de vastgestelde belastbaarheid van appellant. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en laat de beëindiging van de WIA-uitkering in stand. Appellant krijgt geen vergoeding voor proceskosten omdat het hoger beroep niet slaagt.