ECLI:NL:CRVB:2025:648
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep over weigering dwangsom bij niet tijdig beslissen op klachten
Deze zaak betreft een hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam, waarin de appellant, een inwoner van Ridderkerk, betoogt dat het college van burgemeester en wethouders van Ridderkerk dwangsommen heeft verbeurd door niet tijdig te beslissen op zijn klachten. De rechtbank heeft geoordeeld dat het college tijdig op het bezwaar van de appellant heeft beslist en dat de dwangsomregeling niet van toepassing is op klachten. De Raad voor de Rechtspraak heeft de zaak behandeld op een zitting waar de appellant niet aanwezig was, maar het college werd vertegenwoordigd door J.W. Wieringa. De Raad heeft vastgesteld dat de appellant op meerdere momenten klachten heeft ingediend, maar dat deze niet onder de wettelijke bepalingen voor dwangsommen vallen. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat het hoger beroep van de appellant niet slaagt. De uitspraak van de rechtbank blijft in stand, wat betekent dat er geen dwangsom is verbeurd en dat de proceskosten niet worden vergoed.