ECLI:NL:CRVB:2025:649
Centrale Raad van Beroep
- Schadevergoedingsuitspraak
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen de vaststelling van de mate van arbeidsongeschiktheid in het kader van de Wet WIA
In deze zaak gaat het om de vaststelling van de mate van arbeidsongeschiktheid van appellante door het Uwv, die deze met ingang van 2 maart 2020 op 71,62% heeft vastgesteld. De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat deze vaststelling onterecht is, en dat appellante vanaf die datum volledig arbeidsongeschikt is. De Raad volgt het expertiserapport van verzekeringsarts Erdogan, die stelt dat appellante maximaal vier uur per dag en twintig uur per week kan werken, en niet in avond- of nachtdiensten. De Raad oordeelt dat het Uwv onvoldoende functies heeft geselecteerd om de mate van arbeidsongeschiktheid op te baseren, omdat vier van de zes geduide functies vervallen. De Raad beslist dat het Uwv de mate van arbeidsongeschiktheid moet herzien en dat appellante recht heeft op schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn. De uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland wordt vernietigd, en het beroep van appellante wordt gegrond verklaard.