Uitspraak
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- veroordeelt het Uwv in de kosten van appellant tot een bedrag van € 3.164,60;
- bepaalt dat het Uwv het in hoger beroep betaalde griffierecht van € 136,- aan appellant vergoedt.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 23 april 2025 uitspraak gedaan in het hoger beroep van een appellant tegen de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). De appellant had hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 14 maart 2023. Op 22 november 2024 heeft het Uwv een gewijzigde beslissing op bezwaar genomen, waarmee het tegemoetkwam aan de bezwaren van de appellant. Vervolgens heeft de appellant op 7 januari 2025 het hoger beroep ingetrokken en verzocht om een proceskostenveroordeling voor de kosten die hij heeft gemaakt in verband met de behandeling van het bezwaar en het hoger beroep.
De Centrale Raad van Beroep heeft vastgesteld dat het Uwv moet worden veroordeeld in de proceskosten, omdat het bestuursorgaan geheel aan de indiener van het beroepschrift is tegemoetgekomen. De proceskosten zijn begroot op € 3.164,60, inclusief reiskosten en griffierecht. De Raad heeft de zaak zonder nadere zitting behandeld, omdat partijen geen verzoek om een zitting hebben ingediend. De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door de rechter en de griffier.