ECLI:NL:CRVB:2025:672
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Toekenning loongerelateerde WGA-uitkering en vaststelling arbeidsongeschiktheid
In deze zaak gaat het om de toekenning van een loongerelateerde WGA-uitkering aan appellant, die per 6 april 2017 een mate van arbeidsongeschiktheid van 59,13% heeft. Appellant is van mening dat hij meer beperkingen heeft dan het Uwv heeft vastgesteld en kan daarom de door de arbeidsdeskundige geselecteerde functies niet vervullen. De Centrale Raad van Beroep volgt echter het standpunt van het Uwv en oordeelt dat de mate van arbeidsongeschiktheid correct is vastgesteld. De Raad heeft een onafhankelijke deskundige ingeschakeld die concludeert dat er geen verdere beperkingen zijn dan die in de Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) zijn opgenomen. De rechtbank heeft het beroep van appellant tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard, en de Raad bevestigt deze uitspraak. De Raad oordeelt dat de deskundige zorgvuldig heeft gewerkt en dat de geselecteerde functies geschikt zijn voor appellant, waardoor het hoger beroep niet slaagt. De uitspraak van de rechtbank blijft in stand, en appellant krijgt geen vergoeding voor proceskosten.