ECLI:NL:CRVB:2025:710
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- C. Karman
- J.M. Labage
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep niet-ontvankelijk wegens te late indiening van het beroepschrift
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 7 mei 2025 uitspraak gedaan in het hoger beroep van een appellant uit Marokko tegen de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). Het hoger beroep was ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 25 juli 2024. De Centrale Raad oordeelde dat het beroepschrift niet tijdig was ingediend. De termijn voor het indienen van een beroepschrift bedraagt zes weken, en deze termijn begint te lopen vanaf de dag na de bekendmaking van de aangevallen uitspraak. In dit geval was de uitspraak op 31 juli 2024 aan partijen toegezonden, en het beroepschrift was pas op 12 november 2024 ontvangen, terwijl het op 23 oktober 2024 ter post was bezorgd. Hierdoor was het beroepschrift niet tijdig ingediend. De Raad overwoog dat, hoewel een na afloop van de termijn ingediend beroepschrift niet-ontvankelijk kan worden verklaard, dit niet geldt indien redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat de indiener in verzuim is geweest. Appellant had echter niet gereageerd op een verzoek om uitleg over de termijnoverschrijding. De Centrale Raad verklaarde het hoger beroep daarom kennelijk niet-ontvankelijk, zonder verder onderzoek. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar gedaan en belanghebbenden hebben de mogelijkheid om binnen zes weken verzet aan te tekenen.