Uitspraak
4 november 2024, 23/5216
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft appellant, vertegenwoordigd door mr. E. Kafa, hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Rotterdam. De rechtbank had op 4 november 2024 uitspraak gedaan in de zaak met nummer 23/5216. De Centrale Raad van Beroep heeft op 6 mei 2025 geoordeeld dat het hoger beroep niet-ontvankelijk is, omdat het griffierecht van € 138,- niet is betaald. De gemachtigde van appellant is herhaaldelijk gewezen op de verplichting tot betaling van het griffierecht, met duidelijke deadlines. Ondanks deze waarschuwingen is het griffierecht niet tijdig voldaan, waardoor de Centrale Raad van Beroep geen inhoudelijke behandeling van het hoger beroep kon plaatsvinden. De uitspraak is gedaan door M. Wolfrat, met A. Giesen als griffier, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling, en belanghebbenden hebben de mogelijkheid om binnen zes weken na verzending van het afschrift van de uitspraak verzet aan te tekenen.