ECLI:NL:CRVB:2025:744
Centrale Raad van Beroep
- Schadevergoedingsuitspraak
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake WIA-uitkering en schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de beslissing van het Uwv om de WIA-uitkering van appellant te weigeren op basis van een arbeidsongeschiktheid van minder dan 35%. Appellant, die zich per 28 mei 2018 ziekmeldde, heeft een aanvraag ingediend voor een WIA-uitkering. De Uwv-arts heeft vastgesteld dat appellant geschikt is voor fysiek lichte werkzaamheden zonder stresserende factoren. Na een bezwaarprocedure heeft het Uwv de mate van arbeidsongeschiktheid herzien naar 65,03% op basis van een nieuwe Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) van 30 september 2023. De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat het Uwv de arbeidsongeschiktheid van appellant terecht heeft vastgesteld op 65,03%. Daarnaast heeft de Raad geoordeeld dat de redelijke termijn voor de procedure is overschreden, wat leidt tot een schadevergoeding van € 1.500,- aan appellant. De Raad heeft het Uwv en de Staat der Nederlanden veroordeeld tot betaling van proceskosten en schadevergoeding aan appellant.