ECLI:NL:CRVB:2025:754
Centrale Raad van Beroep
- Proceskostenveroordeling
- Rechtspraak.nl
Proceskostenveroordeling bij intrekking hoger beroep door bestuursorgaan
In deze zaak heeft het college van burgemeester en wethouders van Buren hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Gelderland van 9 juni 2023. Op 5 juni 2024 heeft het college echter het hoger beroep ingetrokken. Namens de betrokkene heeft mr. K. Wevers verzocht om het college te veroordelen in de proceskosten. Het college heeft geen verweerschrift ingediend, waardoor het onderzoek ter zitting achterwege is gelaten en het onderzoek is gesloten.
De Centrale Raad van Beroep heeft in haar uitspraak van 30 april 2025, onder toepassing van artikel 8:118 van de Algemene wet bestuursrecht, geoordeeld dat het bestuursorgaan op verzoek van een partij kan worden veroordeeld in de proceskosten bij intrekking van het hoger beroep. De Raad heeft vastgesteld dat de kosten die de betrokkene redelijkerwijs heeft moeten maken, begroot worden op € 907,-, conform het Besluit proceskosten bestuursrecht.
De uitspraak is gedaan door D. Hardonk-Prins, in tegenwoordigheid van A. Giesen als griffier, en is openbaar uitgesproken op 30 april 2025. De Centrale Raad van Beroep heeft het college veroordeeld in de kosten van de betrokkene tot het genoemde bedrag.