ECLI:NL:CRVB:2025:766
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Herziening, intrekking en terugvordering van bijstand in verband met bijschrijvingen van derden
In deze zaak gaat het om de herziening, intrekking en terugvordering van bijstand aan appellante, die bijschrijvingen van derden op haar bankrekening heeft ontvangen. Appellante stelt dat deze bijschrijvingen als giften moeten worden aangemerkt, gezien haar culturele achtergrond en de verplichting om giften te geven en ontvangen. De Centrale Raad van Beroep oordeelt echter dat appellante niet aannemelijk heeft gemaakt dat het om giften gaat. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank Noord-Holland, die het beroep van appellante tegen het besluit van het college ongegrond heeft verklaard. Het college had de bijstand van appellante herzien en teruggevorderd omdat zij niet had gemeld dat zij inkomsten uit arbeid en bijschrijvingen van derden had ontvangen. De Raad concludeert dat het hoger beroep van appellante niet slaagt, en dat de herziening, intrekking en terugvordering van de bijstand in stand blijven. Appellante krijgt geen proceskostenvergoeding en het griffierecht wordt niet terugbetaald.