ECLI:NL:CRVB:2025:816
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijzondere bijstand voor kosten budgetbeheer
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 13 mei 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de afwijzing van een aanvraag om bijzondere bijstand voor de kosten van budgetbeheer. De appellant, die sinds 1 februari 2022 bijstand ontvangt op grond van de Participatiewet, heeft een aanvraag ingediend voor bijzondere bijstand ter hoogte van € 99,50 per maand voor de maanden februari tot en met december 2022. Het college van burgemeester en wethouders van Venlo heeft deze aanvraag afgewezen, omdat de appellant niet aannemelijk heeft gemaakt dat de kosten noodzakelijk zijn. De rechtbank Limburg heeft het beroep tegen deze afwijzing ongegrond verklaard, wat de appellant niet kon accepteren.
De Raad heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de appellant niet voldoende bewijs heeft geleverd voor de noodzaak van de kosten voor budgetbeheer. Hoewel de appellant stelt dat hij niet in staat is om zijn financiën te beheren, zijn er geen ondersteunende gegevens in de gedingstukken te vinden. De Raad heeft ook de stelling van de appellant dat er sprake is van strijd met het gelijkheidsbeginsel verworpen, omdat hij niet heeft aangetoond dat er sprake is van gelijke gevallen. De Raad heeft geconcludeerd dat het hoger beroep niet slaagt en de aangevallen uitspraak van de rechtbank bevestigt, waardoor de afwijzing van de aanvraag om bijzondere bijstand in stand blijft. De appellant krijgt geen proceskosten of griffierecht terugbetaald.