ECLI:NL:CRVB:2025:928
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag om bijstand wegens schending medewerkingsverplichting
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 24 juni 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de afwijzing van een aanvraag om bijstand door het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam. De appellant had zijn aanvraag om bijstand ingediend, maar het college heeft deze afgewezen op grond van schending van de medewerkingsverplichting. Appellant had niet alle gevraagde gegevens verstrekt en had de gesprekken met de handhavingsspecialist vroegtijdig beëindigd, waardoor het college niet in staat was om aanvullende vragen te stellen over zijn financiële situatie. De Raad oordeelt dat de financiële situatie van appellant onduidelijk is gebleven, waardoor het recht op bijstand niet kan worden vastgesteld. De rechtbank Amsterdam had eerder het beroep van appellant tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard. De Raad bevestigt deze uitspraak en oordeelt dat appellant geen gelijk krijgt in zijn hoger beroep. De uitspraak benadrukt het belang van de medewerkingsverplichting voor het vaststellen van het recht op bijstand.