ECLI:NL:GHAMS:2000:AB0839
Gerechtshof Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M. van der Ouderaa
- A. van der Laan
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen aanslag waterzuiveringskosten voor horecabedrijf
In deze zaak gaat het om een beroep van X, een belanghebbende die een horecabedrijf exploiteert, tegen een uitspraak van de Directeur van de Dienst gemeentebelastingen van de gemeente Amsterdam. De zaak betreft een aanslag in de waterzuiveringskosten die is opgelegd voor het jaar 1996. De aanslag is gebaseerd op een heffingsgrondslag van 121,10 inwoner equivalent, wat resulteert in een bedrag van ƒ 9.010,24, na verrekening van voorlopige aanslagen. Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt tegen deze aanslag, maar dit bezwaar is door de verweerder gehandhaafd.
De kern van het geschil is of de aanslag correct is berekend op basis van de hoeveelheid gebruikt water. Belanghebbende stelt dat de aanslag moet worden berekend op basis van 3.090 m3 water dat is geloosd op het gemeenteriool, terwijl verweerder uitgaat van 5.267 m3 ingenomen water. De verordening die van toepassing is, stelt dat voor horecabedrijven de afvalwatercoëfficiënt per m3 gebruikt water op 0,023 is vastgesteld. Het Hof heeft vastgesteld dat de aanslag is berekend in overeenstemming met de verordening en dat er geen reden is om de bepalingen buiten toepassing te laten.
Het Hof heeft geoordeeld dat de stelling van belanghebbende dat de vervuilingswaarde niet correct is gemeten, niet is onderbouwd. De uitspraak van het Hof is dat het beroep ongegrond is, en er zijn geen termen aanwezig voor een proceskostenveroordeling. De beslissing is op 27 maart 2000 uitgesproken door mr. Van der Ouderaa, met mr. Van der Laan als griffier. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken beroep in cassatie worden ingesteld bij de Hoge Raad der Nederlanden.