ECLI:NL:GHAMS:2002:AF0037

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
25 oktober 2002
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
802/2002 OK
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • Willems
  • Visser
  • Den Boer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onderzoek naar beleid en gang van zaken van Laurus N.V. en de voorgenomen transactie met Casino Guichard Perrachon S.A.

In deze beschikking van het Gerechtshof Amsterdam, gewezen op 25 oktober 2002, betreft het een verzoek tot onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van Laurus N.V. De Ondernemingskamer heeft eerder op 22 mei 2002 een onderzoek bevolen naar het beleid van Laurus over de periode van 1 januari 2000 tot 22 mei 2002. Dit onderzoek werd aangevraagd door een aantal aandeelhouders en certificaathouders van Laurus, die twijfels hadden over de voorgenomen transactie met Casino Guichard Perrachon S.A. en de banken. De aandeelhouders waren bezorgd over de wijze waarop deze transactie tot stand was gekomen en de gevolgen daarvan voor de vennootschap.

Tijdens de openbare zitting op 19 september 2002 hebben de betrokken partijen hun standpunten toegelicht. De verzoeksters stelden dat de transactie met Casino en de banken gegronde redenen opleverde om aan het beleid van Laurus te twijfelen. Laurus en Casino hebben echter betoogd dat het verzoek van de aandeelhouders niet toewijsbaar was, omdat het verzoek niet voldoende onderbouwd was en zich enkel richtte op de gang van zaken tijdens de algemene vergadering van aandeelhouders van 28 juni 2002.

De Ondernemingskamer heeft uiteindelijk besloten dat het onderzoek naar het beleid van Laurus zich ook moet uitstrekken tot de periode na 22 mei 2002, omdat er geen duidelijke scheiding kan worden gemaakt tussen het beleid vóór en na deze datum. De Ondernemingskamer heeft de onderzoekers de vrijheid gegeven om de einddatum van het onderzoek te bepalen, rekening houdend met de relevantie van feiten en omstandigheden die zich na 28 juni 2002 hebben voorgedaan. De kosten van het geding zijn gecompenseerd, waarbij iedere partij haar eigen kosten draagt. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

GERECHTSHOF TE AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
BESCHIKKING van 25 oktober 2002 in de zaak onder rekestnummer 802/2002 OK van
1. De vennootschap naar het recht van de Nederlandse Antillen
LAMINCO N.V.,
gevestigd te Curaçao,
2. FLORIS ALEXANDER STEPHAN DE GRUIJTER,
wonende te Schilde, België,
3. IVOR RODERICK CASPAR DE GRUIJTER,
wonende te Schilde, België,
4. LAURENTIUS HUBERTUS AUGUSTINUS MARIA DE GRUIJTER,
wonende te Poppel, België,
5. JACOBUS ALFONSIUS ANTONIUS MARIA DE GRUIJTER,
wonende te Westville Natal, Zuid Afrika,
6. De naamloze vennootschap naar het recht van de Nederlandse Antillen
BOLIVAR INVESTERINGSMAATSCHAPPIJ N.V.,
gevestigd te Curaçao,
7. JACOB HUIBERT MENTEN,
wonende te Vancouver, Canada,
8. De besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
UB HOLDING B.V.,
gevestigd te Roosendaal,
9. De besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
LIJMAR B.V.,
gevestigd te Roosendaal,
VERZOEKERS,
procureur: MR G.A.D. DIRKS,
advocaten: MR E.M. SOERJATIN, MR M. HOLTZER en MR H.J. BLAISSE,
t e g e n
De naamloze vennootschap
LAURUS N.V.,
gevestigd te 's-Hertogenbosch,
VERWEERSTER,
procureur en advocaat: MR M.W. DEN BOOGERT,
e n t e g e n
De vennootschap naar het recht van Frankrijk
CASINO GUICHARD PERRACHON S.A.,
gevestigd te Saint-Etienne (Frankrijk),
BELANGHEBBENDE,
advocaat: MR P.N. WAKKIE,
e n t e g e n
De vereniging met volledige rechtsbevoegdheid
VERENIGING VAN EFFECTENBEZITTERS,
gevestigd te 's-Gravenhage,
BELANGHEBBENDE,
procureur: MR L.P. BROEKVELDT,
advocaten: MR J.H. LEMSTRA en MR M.J. KROEZE,
e n t e g e n
1. DE CENTRALE ONDERNEMINGSRAAD VAN LAURUS N.V.,
gevestigd te 's-Hertogenbosch,
2. De vereniging met volledige rechtsbevoegdheid
FNV BONDGENOTEN,
gevestigd te Weert,
3. De vereniging met volledige rechtsbevoegdheid
DIENSTENBOND CNV,
gevestigd te Utrecht,
BELANGHEBBENDEN,
advocaat: MR L.I. HOFSTEE,
e n t e g e n
De besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
DEMINOR NEDERLAND B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
BELANGHEBBENDE,
procureur: MR G.A.D. DIRKS,
advocaat: MR E.M. SOERJATIN.
1. Het verloop van het geding
1.1 Wat het verloop van het geding betreft verwijst de Ondernemingskamer naar haar beschikkingen in de zaak met rekestnummer 367/2002 OK van 22 mei 2002, 28 mei 2002, 29 mei 2002, 30 mei 2002, 26 juni 2002 en 19 september 2002.
1.2 Bij de eerstgenoemde beschikking heeft de Ondernemingskamer - kort gezegd en voor zover hier van belang - een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van Laurus N.V. over het tijdvak vanaf 1 januari 2000 tot 22 mei 2002 en iedere verdere beslissing en meer in het bijzonder die op het verzoek tot het treffen van onmiddellijke voorzieningen zoals in die beschikking omschreven aangehouden.
1.3 Bij de beschikking van 26 juni 2002 heeft de Ondernemingskamer - kort gezegd en voor zover hier van belang - het verzoek tot het treffen van onmiddellijke voorzieningen die zien op het verbieden van een - verdere - uitoefening van de door Laurus N.V. (hierna ook Laurus dan wel de vennootschap te noemen) met Casino Guichard Perrachon S.A. (hierna ook Casino te noemen) en met een aantal banken gesloten overeenkomst, afgewezen.
1.4 Bij op 30 augustus 2002 onder rekestnummer 808/2002 OK ter griffie van de Ondernemingskamer ingekomen nader verzoekschrift met producties hebben verzoeksters onder 8 en 9 de Ondernemingskamer verzocht om, in vervolg op het bij de beschikking van 22 mei 2002 bevolen onderzoek, een onderzoek te bevelen naar het beleid en de gang van zaken van Laurus over het tijdvak vanaf 22 mei 2002, met veroordeling van Laurus in de kosten van deze procedure.
1.5 Bij op 18 september 2002 ter griffie van de Ondernemingskamer ingekomen verweerschrift met producties heeft Laurus de Ondernemingskamer verzocht het verzoek af te wijzen, met veroordeling van verzoeksters in de kosten van het geding.
1.6 Bij op 17 september 2002 ter griffie van de Ondernemingskamer ingekomen verweerschrift met producties heeft Deminor Nederland B.V. (hierna ook Deminor te noemen) zich geschaard aan de zijde van verzoeksters en de Ondernemingskamer verzocht haar toe te laten als belanghebbende in onderhavige procedure.
1.7 Het verzoek is behandeld ter openbare terechtzitting van de Ondernemingskamer van 19 september 2002. Mr Holtzer en mr Soerjatin hebben het standpunt van verzoeksters nader toegelicht aan de hand van aan de Ondernemingskamer overgelegde pleitnotities. Bij die gelegenheid hebben zij voorts een aantal - op voorhand aan de Ondernemingskamer gezonden - producties in het geding gebracht en het verzoek aldus nader gespecificeerd dat de onderzoeksperiode zich zou dienen uit te strekken tot de datum waarop de onderzoekers het onderzoek afsluiten dan wel tot de datum waarop in deze zaak de beschikking wordt uitgesproken. Mr Den Boogert heeft eveneens aan de hand van aan de Ondernemingskamer overgelegde, pleitnotities het standpunt van Laurus toegelicht. Mr Wakkie heeft - aan de hand van aan de Ondernemingskamer overgelegde pleitnotities - het standpunt van Casino toegelicht en de Ondernemingskamer verzocht het verzoek af te wijzen. Mr Kroeze heeft aan de hand van aan de Ondernemingskamer overgelegde pleitnoties het standpunt van Vereniging van Effectenbezitters (hierna ook VEB te noemen) toegelicht en de Ondernemingskamer verzocht het verzoek van verzoeksters toe te wijzen.
1.8 Bij op 16 september 2002 per fax ter griffie van de Ondernemingskamer ingekomen brief van die datum van mr Van den Blink namens de in deze zaak benoemde onderzoekers, hebben de onderzoekers de Ondernemingskamer laten weten dat de in de beschikking van 22 mei 2002 bepaalde einddatum van het onderzoek willekeurig is, dat zij 28 juni 2002, de dag waarop de algemene vergadering van aandeelhouders van Laurus het aangaan van de in 1.3 genoemde overeenkomst heeft goedgekeurd, een logischer einddatum achten en dat zij het in de periode van 22 mei 2002 tot 28 juni 2002 door Laurus gevoerde beleid van belang achten voor de beoordeling van het beleid sedert 1 januari 2000, de aanvangsdatum van het in dezen bevolen onderzoek.
2. De vaststaande feiten
2.1 Wat de vaststaande feiten betreft verwijst de Ondernemingskamer naar haar voormelde beschikkingen in de zaak met rekestnummer 367/2002 OK van 22 mei 2002 en 26 juni 2002, waaraan thans het volgende kan worden toegevoegd.
2.2 De in 2.9 van de beschikking van 22 mei 2002 en 26 juni 2002 genoemde algemene vergadering van aandeelhouders van Laurus heeft inmiddels plaatsgevonden op 28 juni 2002. Op deze vergadering is - onder meer en voor zover thans van belang - het volgende agendapunt aan de orde gesteld:
2. Voorgenomen transactie met Casino en de Banken waaronder uitgifte van nieuwe aandelen:
a. toelichting Raad van Bestuur en Raad van Commissarissen
b. goedkeuring algemene vergadering.
2.3 De aandeelhouders en certificaathouders van Laurus hebben ter toelichting op de 'voorgenomen transactie met Casino en de Banken' de beschikking gehad over een - in 2.3 van de beschikking van 26 juni 2002 genoemd - Toelichtend Memorandum, over de jaarrekening en het jaarverslag over 2001 alsmede het jaarverslag over 2001 en over een persbericht van de zijde van Laurus waarin - kort gezegd - de resultaten van Laurus over de eerste zestien weken van 2002 zijn weergegeven.
2.4 De 'voorgenomen transactie met Casino en de Banken' is ter vergadering toegelicht en vervolgens goedgekeurd door de algemene vergadering van aandeelhouders. Verzoeksters en Deminor hebben zich onthouden van stemming.
3. De gronden van de beslissing
3.1 Casino heeft betoogd dat het verzoek van Deminor voor zover dat ertoe strekt om in de aanhangige enquêteprocedure te worden toegelaten als belanghebbende afgewezen dient te worden omdat het verzoekschrift van verzoeksters het verzoek behelst tot het instellen van een nieuw, tweede onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van Laurus. Naar haar opvatting geldt hetzelfde indien en voor zover het verzoek van verzoekers aangemerkt moet worden als een verzoek tot het verruimen van de periode waarop het thans lopende onderzoek betrekking heeft, nu immers omdat Deminor - slechts - aanmerkingen heeft op de gang van zaken voorafgaand aan en tijdens de algemene vergadering van aandeelhouders van 28 juni 2002 en niet op de daaraan voorafgegane periode waarop het onderzoek betrekking heeft.
3.2 Daaromtrent heeft het volgende te gelden. Deminor houdt - certificaten van - aandelen in het geplaatste kapitaal van Laurus en behartigt voorts ingevolge haar statuten in het algemeen belangen van minderheidsaandeelhouders in - beursgenoteerde - vennootschappen. Dat brengt mee dat zij, in het licht van de doeleinden van het enquêterecht en de mogelijkerwijze te treffen voorzieningen en gelet op de belangen ter behartiging waarvan de enquêteprocedure in de wet is opgenomen, in dit geding als belanghebbende kan worden toegelaten, en zulks ongeacht de vraag of het onderhavige verzoek moet worden begrepen als een nieuw verzoek dan wel als een nader verzoek in een reeds aanhangige zaak. Ingevolge de eerste zin van het thans vigerende - in zoverre met artikel 429h lid 1(oud) Rv overeenstemmende - artikel 282 Rv kan immers iedere belanghebbende tot de aanvang van de behandeling zowel als - indien de rechter zulks toestaat - in de loop van de behandeling een verweerschrift indienen. Redelijke uitleg van die laatste passage brengt mee dat daaronder tevens moet worden begrepen de behandeling van een nader verzoekschrift in een enquêteprocedure indien het onderzoek reeds is bevolen en gaande is.
3.3 Het vorenoverwogene wordt niet anders op de door Casino aangevoerde gronden dat de bezwaren van Deminor zich - slechts - richten tegen de gang van zaken van de algemene vergadering van aandeelhouders van 28 juni 2002 en niet - ook - tegen de - inhoud van de - overeenkomst van Laurus met Casino en de banken en tegen het voorheen door Laurus gevoerde beleid of dat Deminor als gevolmachtigde van houders van - certificaten van - aandelen in Laurus ter vergadering van 28 juni 2002 niet zou hebben gestemd overeenkomstig de haar gegeven instructies.
3.4 Er is te minder aanleiding Deminor niet als belanghebbende toe te laten nu van de zijde van Laurus tegen toelating geen bezwaar is gemaakt.
3.5 Wat de beoordeling van het verzoek van verzoeksters betreft heeft het volgende te gelden. Mede gezien de ter terechtzitting gegeven toelichting kan het verzoek bezien worden onder twee, van elkaar te onderscheiden gezichtspunten. Het verzoek kan, in de eerste plaats, worden opgevat als een zelfstandig verzoek, dat ertoe strekt om - in vervolg op het lopende onderzoek dat de periode van 1 januari 2000 tot en met 22 mei 2002 bestrijkt - het beleid van Laurus gedurende het tijdvak vanaf 22 mei 2002 te onderzoeken. Het aldus opgevatte verzoek steunt met name op de stelling dat de transactie van Laurus met Casino en de banken zowel naar haar wijze van totstandkoming als naar haar inhoud genomen gegronde redenen oplevert om aan een juist beleid van Laurus te twijfelen. In de tweede plaats kan het verzoek worden opgevat als een, niet zelfstandig, verzoek dat ertoe strekt het lopende onderzoek uit te breiden met de periode na 22 mei 2002. Het aldus opgevatte verzoek is met name gefundeerd op de stelling dat genoemde einddatum willekeurig is en geen recht doet aan de onmiskenbare samenhang tussen het beleid zoals dat is gevoerd tot de genoemde datum en - de voortzetting van - het beleid nà die datum. In dit verband speelt de meergenoemde transactie een rol als onderdeel van en sluitstuk van het reeds gevoerde beleid.
3.6 Met betrekking tot het verzoek, opgevat in eerstbedoelde zin, laat de Ondernemingskamer in het midden of verzoeksters tegenover de gemotiveerde betwisting door Laurus voldoende feiten hebben gesteld en aannemelijk gemaakt waaruit volgt dat gegronde redenen aanwezig zijn om - geïsoleerd bezien en geabstraheerd van de voorafgegane gebeurtenissen - aan een juist beleid van Laurus te twijfelen Nu, zoals hierna zal worden overwogen, het verzoek tot uitbreiding van het lopende onderzoek voor toewijzing vatbaar is, hebben verzoeksters immers geen belang bij toewijzing van het in eerstbedoelde zin opgevatte 'zelfstandig' verzoek. Uitbreiding van het lopende onderzoek brengt immers mee dat - ook - de - besluitvorming omtrent de - transactie van Laurus met Casino en de banken in het onderzoek wordt betrokken.
3.7 Het is onmiskenbaar - en in wezen tussen partijen ook niet in geding - dat in het beleid en de gang van zaken van Laurus geen cesuur valt aan te brengen per 22 mei 2002. Genoemde datum - de dag waarop de Ondernemingskamer uitspraak deed op het 'initiële' verzoek in deze zaak - is in die zin willekeurig. Met name is van belang dat de meergenoemde, reeds vóór 22 mei 2002 door Laurus met Casino en de banken gesloten overeenkomst nog diende te worden voorgelegd aan de algemene vergadering van aandeelhouders van 28 juni 2002 alvorens als perfect te kunnen worden aangemerkt en te kunnen worden uitgevoerd en nagekomen. De - problemen omtrent de - oproepingsformaliteiten en de volmachtverleningen voor die vergadering zijn tussen partijen reeds onderwerp van debat geweest ter terechtzitting van de Ondernemingskamer van 26 juni 2002, welke heeft geleid tot haar beschikking van diezelfde datum. Hetgeen de Ondernemingskamer in die beschikking heeft vastgesteld en overwogen levert, wanneer het wordt bezien in samenhang met hetgeen door de Ondernemingskamer ten grondslag is gelegd aan haar beschikking van 22 mei 2002, in zodanige mate gegronde redenen op om aan een juist beleid van Laurus te twijfelen dat uitbreiding van het lopende onderzoek tot de periode nà 22 mei 2002 daardoor wordt gerechtvaardigd. Zulks klemt temeer nu de onderzoekers hebben aangegeven dat uitbreiding van de onderzoeksperiode in het belang is van het thans lopende onderzoek, als al niet moet worden vastgesteld dat reeds op die grond de uitbreiding van het onderzoek gerechtvaardigd is te achten.
3.8 Voor het geval dat de Ondernemingskamer aldus zou oordelen heeft Laurus betoogd dat de einddatum van de onderzoeksperiode niet 28 juni 2002 zou moeten zijn doch dat het voor de hand zou liggen dat het onderzoek zich zou uitstrekken tot 18 juli 2002, de datum waarop de inschrijvingsperiode voor de nieuw te emitteren aandelen voor de aandeelhouders van Laurus is geëindigd.
3.9 De Ondernemingskamer onderschrijft niet alleen dat betoog maar houdt voorts rekening met de mogelijkheid dat ook feiten en omstandigheden van nà die datum van belang zijn voor een verantwoorde verslaglegging door de onderzoekers. Zij zal daarom thans geen einddatum voor het onderzoek bepalen doch - voorshands - de bepaling van de einddatum aan de onderzoekers overlaten.
3.10 De Ondernemingskamer zal ten slotte de kosten van het geding tussen partijen compenseren als hierna te vermelden.
4. De beslissing
De Ondernemingskamer:
Bepaalt dat het op 22 mei 2002 bevolen onderzoek naar beleid en de gang van zaken van de naamloze vennootschap Laurus N.V., gevestigd te 's-Hertogenbosch, zich mede uitstrekt over het tijdvak vanaf de datum van die beschikking tot aan de door de in deze zaak benoemde onderzoekers te bepalen datum.
Verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad.
Compenseert de kosten van het geding tussen partijen aldus dat ieder partij haar eigen kosten draagt.
Wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gewezen door mr Willems, voorzitter, mr Visser en mr Den Boer, raadsheren, Wortel RA en drs Izeboud RA, raden, in tegenwoordigheid van mr Bulten, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 25 oktober 2002.
coll.: